top

{{top}}{{/term}}

1 [algemeen]sommet 〈m.〉

2 [voorste uiteinde] bout 〈m.〉

3 [hoogste groep] élite 〈v.〉

4 [conferentie] (conférence <v.> au) sommet

♦voorbeelden:

1   de top van een boom • le sommet d'un arbre

     〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 hoge toppen scheren • obtenir des succès

     de vlag in top hijsen • hisser un pavillon à bloc

     ten top stijgen • arriver à son comble

     van top tot teen • de la tête aux pieds

     iemand van top tot teen opnemen • toiser qn. (des pieds à la tête)

2   de toppen van de vingers • le bout des doigts

     hij is kunstenaar tot in de toppen van zijn vingers • il est artiste jusqu'au bout des ongles

3   de top van een bedrijf • la direction d'une entreprise

     de top van het leger • l'état-major de l'armée

     de liberale top • les dirigeants du parti libéral

     zijn weg naar de top • son ascension

→ {{link=op-en-top}}op-en-top{{/link}}

4   de top van rijke landen • le sommet des pays riches

Deens-Russisch woordenboek. 2015.